![]() |
Meebewegen in plaats van confronterenEen persoon met dementie wordt geconfronteerd met verlies, zowel op mentaal als fysiek vlak, begint De Clercq zijn verhaal. “Als revalideren, activeren en stimuleren of zelf onderhouden van wat was, niet meer mogelijk is, dien je als zorgverlener mee te gaan in dat proces in plaats van hiertegen te strijden. Niet telkens confronteren met wat verloren gaat, maar vooral zoveel als mogelijk de resterende autonomie behouden. Enkel daar overnemen waar noodzakelijk, vanuit een meer specifiek geborgen ondersteuning.” Als belangrijk uitgangspunt bij meer gevorderde dementie noemt hij de ComfortZorg visie. Deze visie is gericht op het respecteren van de passiviteit van de cliënt, het optimaliseren van de alsnog resterende restcapaciteit en het bevorderen van comfort, autonomie, waardigheid en persoonlijke uitstraling van de persoon met dementie. De Clercq vertrekt vanuit het model van de Golden Circle: Why- How-What. ‘Waarom’ zien we bepaald gedrag? Als we dit kunnen verklaren, weten we ‘Hoe’ we het brein anders tegemoet moeten komen en ‘Wat’ daar dan concreet anders voor nodig is wat betreft een specifiekere zorgomkadering. Mensen met meer gevorderde dementie hebben minder en minder een beredenerend, rationeel brein; daardoor wordt het meer en meer een zintuiglijk, emotioneel brein. Ze leven hierdoor altijd in het concrete ‘nu’-moment. Het brein functioneert zeker nog wel, maar op een andere manier, vanuit een ander niveau. Dat maakt dat we dit anders dienen te benaderen om dit potentieel te kunnen benutten. |
Verminderd lichamelijk zelfbewustzijnSignaalgedrag door personen met dementie kan ook veroorzaakt worden door een problematisch zintuigelijke prikkelverwerking in relatie tot het lichaamsgevoel en de lichaamspositiezin (het vermogen om de stand van het eigen lichaam en gewrichten waar te nemen). Dit heeft gevolgen voor wat men het lichaamsschema noemt: het geheel aan kennis, ervaringen en gedachten over het eigen lichaam. Er ontstaat een verminderd lichamelijk zelfbewustzijn en dat maakt mensen letterlijk minder eigenaar van het eigen lichaam. Dit alles wordt door dementie veroorzaakt vanuit het niet goed meer kunnen verwerken en op elkaar afstemmen van verschillende lichamelijke en ruimtelijke zintuigelijke prikkels, legt De Clercq uit. Het leidt tot, voor ons, atypisch motorisch gedrag zoals paratonie (verhoogde spierspanning bij passieve bewegingen). We spreken in zo’n situatie over sensomotorische desintegratie. “Dit minder voelen vertaalt zich in een verlies aan motorisch potentieel. Personen met dementie voelen zich hierdoor veelal meer onzeker in een te grote en zintuiglijk te drukke ruimte, waardoor ze niet gegrond zijn en ze sneller in een Fight, Freeze of Flight reactie vervallen, die maar al te vaak moeilijk te kaderen valt. Dit kan leiden tot onrust, angst of zelfs verbale of fysieke agressie, wat dan weer bestempeld wordt als onverklaarbaar of moeilijk hanteerbaar gedrag. Dit terwijl ze met dit gedrag aan de directe omgeving wensen te signaleren dat het voor hun brein niet gepast is.” | ![]() |